
Frikandellen
De maagkrampen maakten me wakker en de zon die door het raam naar binnen scheen en dwars door de gordijnen heen alle zuurstof liet verdampen. De krampen komen steeds vaker voor. Net als de duizeligheid. Daarom ging ze elke middag even slapen zodat ze daarna nog even door kon. Misschien moest ze van kamer veranderen. Meestal kostte het te veel tijd om wakker te worden, maar dit keer was ze in een klap wakker en haar lijf schreeuwde om vlees. En niet eens naar een doorgegrild kipsateetje of zo, maar naar gore vet gefrituurde frikandellen. Ze gruwde ervan, maar wist direct dat ze dit gevecht te zwak inging. De vijand was sterker.

Lucht
Het is zo warm, de lucht is zo heet en toch lig ik onder de dekens met twee truien aan. Ik voel de hitte van de lucht op mijn huid en in mijn longen toch is mijn lijf koud. De kortademigheid duurt nu drie weken. Ik adem in maar ik krijg niet genoeg lucht alsof mijn longen vol zitten voordat ik genoeg zuurstof heb. Een ballon die zal knappen als je er nog een teug bij blaast. Met kracht blaas ik de lucht weer uit zodat ik snel weer opnieuw kan inademen.
Photo by Ricardo Garcia from Pexels

Niet dat rode vest
Sharon is negen en ik ben zeven. Mama is naar tante Astrid in Dordrecht en oma is bij ons geweest. We hebben buiten gespeeld in het hofje, toen ging het regenen gingen we naar binnen. Ik heb geschilderd, Sharon las een boek. We aten lekker bruine bonen met rijst en gingen slapen toen we moe waren. We sliepen nog niet zo lang en niet zo diep, misschien waren we net bezig in te dommelen, want ik hoorde de sleutel in het slot en Shar en ik stonden beiden halverwege de trap toen de deur openging en mama, terwijl ze met haar arm de deur openduwde naar binnen kwam vallen, met haar andere hand steunde ze op de muur. Een enorme brul kwam uit haar.
Nu heb je films waarin getormenteerde monsters in vurige afgronden worden gestort. Zulk soort films had ik toen natuurlijk nog nooit gezien, maar zo was het.